Poëtisch Maldenburg

Hoe de maan schijnt 's avonds,
hoe de wind waait door de havens,
en hoe de winter voelt in Rotterdam.

Een spin-off project van Errare humanum est

31.1.05

Gammel

Ik ben niet goed te pas, al zie ik ook niet groen /

vandaag ben ik niet lekker,
vandaag ben ik ook moe,
vandaag voel ik mij slapjes,
ik doe mijn oogjes toe.

Om een uur kom ik pas uit bed,
om een uur sta ik op,
om een uur kleed ik mij aan,
en drink koffie uit een kop,
\ dan ga ik eens kijken, of ik instaat ben wat te doen.

30.1.05

Sven Nijs

Sven Nijs is wereldkampioen,
wie had dat gedacht?
"Ik natuurlijk", zei de gek,
de gek had dat verwacht.

Sven Nijs is de beste,
de schumi van het stel,
de alleswinnaar van dit jaar,
de beste in het spel.

Driewerf hulde aan Sven Nijs,
een ware, kloeke held -
de terechte winnaar
die in de laatste ronde
pas versnelt.

29.1.05

Cyclocrossen

Ik heb voor het eerst een heuse cyclocross gedaan,
het was een openbaring en die behoeft uitleg:
want om met een fiets speciaal voor op de weg,
dwars door bossen en mul zand te gaan,

is net zoiets als met een rallyauto op de autobaan.
Ik kende in de bossen heideveld noch heg
noch open plek noch heuveltjes noch steg –
het was heerlijk: rustig en onurbaan.

Toch zie ik voor mezelf geen cyclocrossloopbaan,
in het bos is er een te grote kans op materiaalpech,
en ik hecht aan het comfort op asfaltweg en laan.

Ook door de obstakels, waardoor ik de vaart lamleg
blijf ik doorgaans uit het bos vandaan,
maar zo af en toe is cyclocrossen wel echt tof zeg!

28.1.05

Vrijdagavond

Wat zal ik eens doen vanavond?
Naar het café, of een film met veel geweld -
ik laat het, denk ik, maar afhangen
van wie mij wellicht belt.

Het kan natuurlijk altijd zijn
dat, doordat een force majeure hen dat belet,
er niemand contact met mij opneemt.
Dan ga ik vroeg naar bed.

27.1.05

De helden van de strooiwagen

Er was eens een glad stuk weg,
door een klein beetje sneeuwval.
Maar kijk! Daar waren de strooiers al,
dat was voor de straat dus pech.

De rijbaan had zich zo verheugd,
op wat gevaarlijke sneeuwpret,
dat werd hem nu attent belet,
en zo stokte ook zijn vreugd.

‘Ik mag ook nooit eens ijzig zijn’,
mopperde de straat,
‘Terwijl ik daar nochtans zo van houd –

zo’n glibberig pad of plein -
ze komen nooit te laat
die strooiers van het zout!’

26.1.05

De kraaien en de zwaan

Daar was eens een fiere zwaan,
zijn veren wit als sneeuw,
die zwom in het felle licht
van de volle maan.

Het schouwspel in de nacht
was betoverend te zien,
en het enige geluid dat klonk
was het water zacht.

Maar toen kwam een zwarte kraai
schel krassend aangevlogen.
Hij ging onrustig zitten op een tak
en maakte veel lawaai.

De kraai was bruut en ongenuanceerd
zijn boodschap verwerpelijk;
zo werd des nachts vreedzaamheid
tragisch gebruuskeerd.

De zwaan zwom naar de vijverrand
want hij wilde Kraai niet horen,
maar de kraai was nog altijd
hoorbaar, aan de overkant.

Wel vervelend zo’n kabaal,
maar hier was het nauw’lijks te verstaan -
en ach, zo lang zal het wel niet duren
dat schreeuwrig’ kraaienverhaal.

Maar plotsklaps kwamen aangevlogen
nog veel meer zwarte kraaien,
en allen krasten luid en fel
eenzelfde soort betogen.

Nu was het pandemonium
alom vertegenwoordigd -
iedereen schreeuwde om het hardst
hetzelfde in dit colloquium.

De zwaan werd langzaam grijs,
en daarna zo zwart als git,
en zijn hart werd almaar kouder:
tot slot zo koud als ijs.

De zwaan wist: ik verword hun krasgenoot,
en bij het krieken van de dag
was de zwaan niet wit maar zwart
en kil en koud en dood.

De zwaan, die was doorgedraaid
vlak voor de transformatie;
hij had zijn leven maar genomen
en geen haan die er naar kraait.

25.1.05

Honger

Heb ik nooit iets gehad,
of had ik juist altijd alles al?
Indien het eerste dan: wat? -
en is dat laatste het geval:
waarom ervaar ik iets zo als een gemis?

Ik er niet precies de vinger op leggen,
ik kan er niets constructiefs over zeggen:
onbestemd zoals vlees noch vis
zou het misschien
heel cryptisch,
een salade met walnootjes zijn?

24.1.05

Sneeuw

Witte deken,
dwarrel zachtjes
op de huizen
en de straat -

vlij u tussen
bloemenperken;
neem van regen
flink de maat.


Sneeuw val lieflijk!
Zoals alleen
u die schone
kunst verstaat -

bedek het land met
maagdelijkheid;
voor ons zondaars
een traktaat!


Maar vries niet aan
want dan ga ik
hoogstwaarschijnlijk
op mijn plaat,

en dan word ik
onherroepelijk
heel verdrietig,
vies en kwaad.

23.1.05

George Bush

George Bush is een ouwe taaie,
en zit weer zeker op zijn troon,
op een goddelijke toon
de werkelijkheid te verdraaien.

George Bush krijgen ze niet klein,
wat is dat een standvastig leider!
Voorbeeld voor Wilders, de afscheider,
want ook Georgie trekt de harde lijn.

Het is om moedeloos van te worden -
sterker: het is om moedeloos van te zijn,
die Bush neemt zo simpel alle horden,

met zoveel poen gaat elke campagne als een trein.
En terwijl de minima hun broekriemen aansjorden,
bezatte Georgie zich op zijn inaugurele vreetfestijn.

22.1.05

Dood van een aforisme

(een rijm in e-mineur)

Er was daar eens, niet ver van hier
en niet zo lang gelee

een aforisme en die was
vreselijk passé.

De zinspreuk was tot kotsens toe
actueel gewee,

maar sinds kort riep men bij gebruik
enkel ‘ach en wee’.

Het aforisme vond zijn lot
daarom nogal wree,

maar onderging het in't begin
tamelijk gedwee.

Totdat hij op een dag besloot tot suïcidee -

en het aforisme
kordaat de pols doorsnee.

En later op zijn zerk
stond hij toen geschree:

‘Van een voortijdig gestorven grootste gedachte
is menig Aforisme de grafstee’

21.1.05

De kikker en de schorpioen

(Een levenswijsheid op rijm)

De schorpioen kan er ook niet aan doen
Dat ze steekt en vergiftigt

Zo is de liefde
listig en lastig en lelijk
Maar niet te vermijden
(De Mens)


Er was ooit eens, recentelijk maar heel ver weg van hier
een oerwoud met daarin
een machtige rivier.

Het bos was groot en lommerijk
en er woonde een heel
beestenkoninkrijk.

Zo was er ook een schorpioen, een kruiperig sujet,
die sloop en kroop, vandaar de naam:
zo is het maar net.

Nu was het zo dat schorpioen
de rivier over wilde gaan,
maar behalve scharrelen, kon hij enkel staan.

Zijn zwemkunst was... hoe noem je dat?
Nou ja, hij kon het niet:
de schorpioen hield niet echt van nat.

Maar hij moest er overheen want aan de overkant
daar was, dacht hij,
gelegen het luilekkerland.

Hij vroeg het aan een kikker: "Hey kikker mag ik mee?"
"Ik wil graag naar de overkant,
o kikker, zeg geen nee."

De kikker dacht: "Ik ben daar gek, straks steekt dat ventje mij" –
"Ik vertrouw je voor geen meter",
was wat kikker zei.

"Als ik je steek, dan verdrink ik immers ook?"
zei daarop de schorpioen
"dan gaan wij beiden naar benee, dus waarop zou ik dat doen?"

De kikker dacht: "daar zit wat in"
en uit de goedheid van zijn hart
nam hij de kruiper op zijn rug, en peddelde vrij hard.

Halfweg voelde kikker, een scherpe felle pijn,
de kruiper had hem toch gestoken,
ondanks de logica van ’t brein.

"Waarom? Waarom?" huilde kikker, net voordat hij zonk,
"Waarom stak je, schorpioen,
jij die in logica uitblonk?"

De schorpioen zei licht verbaasd,
ook hij was overstuur,
"Ik kan er niets aan doen, het zit in mijn natuur!"

(Het verhaal van de kikker en de schorpioen is vakkundig gestolen uit The crying game, geschreven en geregisseerd door Neil Jordan. De metafoor (overigens niet voor de liefde, zoals bij De Mens expliciet wel het geval is) wordt door Jody aan Fergus verteld:
and as they both sink beneath the waves, the frog cries out, "Why did you sting me, Mr. Scorpion? For now we both will drown!" Scorpion replies, "I can't help it. It's in my nature!")

20.1.05

Elders

Toen ik in de bergen was,
miste ik de zee.
Eenmaal aan het strand,
miste ik de hei.

Toen ik op de heide was,
miste ik het woud.
Eenmaal in het bos,
miste ik de wei.

Toen ik in de weide was,
miste ik het veen.
Eenmaal in het veen,
miste ik de klei.

Nergens ben ik op mijn plaats,
nergens kan ik zijn,
nergens is het goed,
nergens ben ik vrij.

19.1.05

Moe

Ik wilde gaan trainen vandaag
maar ben blijven slapen.
Ik heb mijn hemden gestreken
en at ook een weinig -

alles lijkt wazig en traag
luiheid doet mij onsmakelijk gapen,
slaapgebrek komt zich wreken;
goddank is alles eindig.

18.1.05

Spicht

Deze dichtvorm
van acht regels
loopt heel lekker
op de maat:

Dankbaar zijn wij
Doctorandus
voor uw wijsheid
en uw raad!

17.1.05

La Marmotte

La Marmotte is een tourtocht -
zwaar, hoog en ver.
Galibier, Alpe d’huez
Télégraphe en Croix de fer.

Isere, Savoie, Haut Alpes
aan hoogtemeters geen gebrek:
zie er maar eens tegenop
en je krijgt een stijve nek

Negen juli doe ik mee,
ruzie alvast om de erfenis,
ik hoop dat negen juli
een mooie dag om te sterven is.

16.1.05

Komkommertijd

Er gebeurd echt bitter weinig momenteel,
er staat echt weinig in de krant.
Wanneer steekt er weer
de ene gek de ander neer?

Wij houden ons even in het gareel,
eindelijk weer orde in het land.
Het is wachten op de stormkraai
en tot die tijd is het best wel saai.

15.1.05

Vluggertje

Nog even snel een vers;
dat kan er altijd tussendoor -
de pers is heel divers,
en nu moet ik er weer vandoor.

14.1.05

Ontwaken

De ziel is leeg,
de smaak is wrang
de nacht was zwart,
maar niet zo lang.

Een vogel fluit,
een vrolijk lied,
maar blij ben ik
vandaag weer niet.

Liefde was vals,
maar de droom zoet;
ontwaken vergt
echt heldenmoed.

Toch sta ik op
en kom uit bed;
niet voor niets de
wekker gezet.

13.1.05

De stern

Een stern bidt hoog boven het water van de zee.
Hij kijkt, hij tuurt meewarig naar benee.
In de diepte ziet hij slechts
het wild kolkende water van de oceaan.
Waar zijn de vissen?
Waar zijn de vissen heengegaan?

De scholen sprot en smelt, die gingen, gingen heen.
Nu is de grote stern geheel en al alleen.
Tegen beter weten in
stort hij omlaag - zie de zee zich opensperren!
Soms geeft de zee vis
af en toe neemt ze een stern.

12.1.05

Laat ons voor eeuwig dansen gaan

Laat ons voor eeuwig dansen gaan,
laat ons voor eeuwig gaan dansen.
Wij kunnen gaan dansen aan zee of op de vulkaan,

en denken niet aan de onfortuin'lijke kansen
op vloedgolf of op lavastroom
- en als die komt: laten wij ons dan niet verschansen.

Laat ons dan zonder schroom
de verwoesting gaan trotseren,
en nooit meer wakker worden uit dees’ boze droom

die mij mijn nachtrust doet ontberen,
badend in het zweet,
en mij mijn gedachten doet regeren.

Ik weet niet veel, maar wat ik weet,
is dat ik niets wil willen
en dat ik die gedachte nog altijd niet afdoende heb ontleed.

Allicht moet ik er niet zo zwaar aan tillen,
aan zo’n droom, illusie, waan,
maar vooralsnog doet het mijn ooglid trillen.

Laat ons voor eeuwig dansen gaan...

11.1.05

Ontheemd natuurvolk sterkt aan in hotel

Help alle slachtoffers!
Vloedgolf in Azië
spoelde een volkje van
hun eiland af -

door confrontatie met
tsunamislachtoffers
stonden de spraakloze
piccolo’s paf!

10.1.05

Volgende ronde

Wat is nu belangrijk man?
Stop met dat geouwehoer!
Accepteer dat je het niet kan
en luister desnoods
                      niet naar tortelduifgekoer.

You don’t have to like it
is een toepasselijk citaat -
en nu niet denken ‘joh bekijk ‘t’
want tijd komt wel,
                      maar heus geen raad

Ga er nou niet weer over lopen zeuren.
Het is beter zo, stop terugkijken
je was immers gestopt met treuren?

En eigenlijk wist je het ook al,
dus houd op met pathetisch zeiken;
kijk gvd vooruit, en slik je gal!

9.1.05

Luctor et luctor,
ook geblesseerd -
luctor et luctor
zo gaat het gesmeerd!

8.1.05

Dom

Driewerf hoera!
De koning is dood -
laat ons nu feesten en zuipen en neuken!

Driewerf hoera!
De koning is dood -
euforie, we lachen en gieren ons breuken!

Driewerf hoera!
De koning is dood -
we executeren de eerste die niet meer gilt!

Driewerf hoera!
De koning is dood -
vet grote party, zo had hij het gewild!

Dat was vier keer,
driewerf hoera,
is dat niet een luttel te enthousiast?

Jaa, zeg het maar
domme stakker:
kogel, hakblok, de strop of liever vergast?

7.1.05

Toekomstvoorspelling

Er is straks een langharige jongen in Zwolle,
die vlot naar een kapper gaat hollen,
hij zegt: "Knip het eens kek -
boven wat langer en kort in de nek,
en vertel ook eens wat grappen en grollen!"

6.1.05

Terwijl nieuwe verlangens gloren -
onbeholpen want de vreugde kwijt,
bovendien bekeerd tot eenzaamheid -
blijft wat nimmer is geweest mijn zielerust verstoren.
Ergens in de tijd hoop ik dat wij behoren,
rede vertelt mij evenwel altijd
iets geheel anders tot mijn spijt,
geestdriftig breng ik het onder woorden.

Soms wil ik eraan ontsnappen,
onmogelijk of niet,
mijzelf voorgoed bevrijden -
blind passages schrappen,
en negeren dat ik tekort schiet;
rigide eerlijkheid vermijden.

5.1.05

Terreurmemo

Werken in stiltehok
en in redactietuin niet:
onze Collega met
roken gestopt –

noem ons verstandige
risicomijdenden
(stel dat hij zich plots tot
killer ontpopt...)

4.1.05

Plechtige belofte

Ik wilde dat het zaterdag was,
dan ga ik lekker fietsen -
maar helaas: dinsdag is het pas,
en dat zijn echt geen witzen.

Nee, geen greintje humor zit daarin,
dat hardgrondig vervloekte feit -
die bittere constatering -
dat ik nog zeker drie dagen lang
een racefietsloos leven lijd.

En dan zul je zien, vrijdag tietenlekker weer
en het hoost op zaterdag (de weergod is een nazi),
het gebeurt mijn soort toch keer op keer -
en ik maak hiervan gewag in een flukse declamatie:

Ooit verhuis ik naar een ver en zonnig oord,
waar ik door het fijne fietsklimaat
uitgebreid en ongestoord
's weekends rondjes racen kan -
Utopia biedt raad!

3.1.05

Continuo

Als mijn leven beschreven was in een symfonie
van een grootse componist,
was ik dan een grootste protagonist,
of speelbal van zijn genie?

En wat heeft de musicus dan in Godesnaam bedoeld
met zo’n forte furioso
en daarna weer zo’n oneindig lacrimoso
gevolgd door moderato, toonloos - onderkoelt?

Zijn noten mijns gedachte,
zijn verschillende fonen
in steeds dezelfde melodie -

de paradoxaal bedachte,
afgewisseld dissonante tonen
lijken meestal niet in harmonie.

2.1.05

Verdriet

laat het gaan / laat het vallen / laat het los
doorhalen wat niet van toepassing is
verleden / vroeger / geschiedenis
zeg adieu / tot ziens / adios

laat het staan / dat gallen / die chaos
laat het gaan / laat het vallen / laat het los

1.1.05

Het verdriet van kaas

Na oliebol en appelflap
drie pils en een champagne
togen wij naar de kroeg

Thuis volgde de eerste klap
want voor het beloofde kaasplankje
was het nog wat vroeg

En dus liggen nu in mijn koelkast
de drie eenzame soorten Franse kaas
Hun verdiet drukt als een loden last
want het is jammer maar helaas.

Ik heb hen wel beloofd:
op vrijdagavond, tegen een uur of elf
haal ik een pakketje toast
en eet lekker alles zelf!