Elders
Toen ik in de bergen was,
miste ik de zee.
Eenmaal aan het strand,
miste ik de hei.
Toen ik op de heide was,
miste ik het woud.
Eenmaal in het bos,
miste ik de wei.
Toen ik in de weide was,
miste ik het veen.
Eenmaal in het veen,
miste ik de klei.
Nergens ben ik op mijn plaats,
nergens kan ik zijn,
nergens is het goed,
nergens ben ik vrij.
miste ik de zee.
Eenmaal aan het strand,
miste ik de hei.
Toen ik op de heide was,
miste ik het woud.
Eenmaal in het bos,
miste ik de wei.
Toen ik in de weide was,
miste ik het veen.
Eenmaal in het veen,
miste ik de klei.
Nergens ben ik op mijn plaats,
nergens kan ik zijn,
nergens is het goed,
nergens ben ik vrij.
<< Home