De helden van de strooiwagen
Er was eens een glad stuk weg,
door een klein beetje sneeuwval.
Maar kijk! Daar waren de strooiers al,
dat was voor de straat dus pech.
De rijbaan had zich zo verheugd,
op wat gevaarlijke sneeuwpret,
dat werd hem nu attent belet,
en zo stokte ook zijn vreugd.
‘Ik mag ook nooit eens ijzig zijn’,
mopperde de straat,
‘Terwijl ik daar nochtans zo van houd –
zo’n glibberig pad of plein -
ze komen nooit te laat
die strooiers van het zout!’
door een klein beetje sneeuwval.
Maar kijk! Daar waren de strooiers al,
dat was voor de straat dus pech.
De rijbaan had zich zo verheugd,
op wat gevaarlijke sneeuwpret,
dat werd hem nu attent belet,
en zo stokte ook zijn vreugd.
‘Ik mag ook nooit eens ijzig zijn’,
mopperde de straat,
‘Terwijl ik daar nochtans zo van houd –
zo’n glibberig pad of plein -
ze komen nooit te laat
die strooiers van het zout!’
<< Home