Winter
Zo rond deze tijd ben ik wars van winter.
Ik snak naar de zon en blote benen.
Ik weet dat het voorjaar komt daar ginter,
maar die grote afstand doet mij bijna wenen.
De lente nadert met fluwelen voetjes,
zo stilaan maakt zij haar rentree.
Elk jaar smaakt ze zo heerlijk zoetjes,
en stemt zij mijn murwe hart tevree.
Maar het lange wachten,
het wachten duurt zo lang.
Ik kan enkel plachten
het winterleed, zo wrang,
met stille hoop wat te verzachten.
De winter houdt mij in de tang...
Ik snak naar de zon en blote benen.
Ik weet dat het voorjaar komt daar ginter,
maar die grote afstand doet mij bijna wenen.
De lente nadert met fluwelen voetjes,
zo stilaan maakt zij haar rentree.
Elk jaar smaakt ze zo heerlijk zoetjes,
en stemt zij mijn murwe hart tevree.
Maar het lange wachten,
het wachten duurt zo lang.
Ik kan enkel plachten
het winterleed, zo wrang,
met stille hoop wat te verzachten.
De winter houdt mij in de tang...
<< Home