Paradox van het dichterschap
Twee sonnetten schreef ik al vandaag,
beide wil ik niet met jullie delen;
zo vordert mijn oeuvre gestaag,
al weten dat niet velen.
Het dichterschap bevalt mij niet
als ik zo’n sonnetje heb gemaakt.
Geen mens die zo’n sonnetje ziet
omdat de dichter zijn hartje bewaakt.
Toch zijn die verzen geen verspilde offers,
sterker nog, heilzaam zijn ze:
het zijn net zware uitpuilende koffers
met truien van zorgen en broeken van smart.
Als ik zo zit te peinzen
kraakt elke keer weer mijn arm blikken hart.
beide wil ik niet met jullie delen;
zo vordert mijn oeuvre gestaag,
al weten dat niet velen.
Het dichterschap bevalt mij niet
als ik zo’n sonnetje heb gemaakt.
Geen mens die zo’n sonnetje ziet
omdat de dichter zijn hartje bewaakt.
Toch zijn die verzen geen verspilde offers,
sterker nog, heilzaam zijn ze:
het zijn net zware uitpuilende koffers
met truien van zorgen en broeken van smart.
Als ik zo zit te peinzen
kraakt elke keer weer mijn arm blikken hart.
<< Home